Regelmatig lees ik artikelen die indruk op mijn maken en soms ingaan tegen wat we verwachten die we zouden doen. Uiteraard gaan de artikelen over honden, vaak over puppies en soms oudere honden. Ik wil ze hier graag gaan delen, in plaats van ze op te slaan en te vergeten.
In toenemende mate zie ik mensen worstelen met jonge, opgroeiende honden die hardhandig bijten en opspringen. Negeren en afleiden, luidt dan vaak het recept. Wat leert een hond met vervelend gedrag eigenlijk als je hem laat gaan of afleidt, of moet ik zeggen: beloont, met voertjes, speeltjes en puzzels? Juist.
In toenemende mate zie ik op grenzeloos gedrag de diagnose 'overprikkeld' komen, gevolgd door het tegen alles lijkend te werken advies 'benchrust'. Als dat niet helpt: nóg meer benchrust. Ooit wel eens gezien hoe paarden en koeien die langdurig op stal hebben gestaan de wei in komen? Juist.
En dan wil ik het nu eens hebben over begrenzen. Dat doe je niet door je hond af te leiden of op te sluiten, maar door aan te geven wat niet en wel de bedoeling is. Grenzen bijbrengen is een belangrijk deel van de opvoeding. Daar lijken we hier in Nederland momenteel niet zo heel erg goed in. Je moet er slimmer en sneller voor zijn dan je hond en een constant wakend oog hebben, en daar hebben we vaak weinig tijd voor of zin in.
Ik ga jullie nu iets vertellen over Stitch en zijn lurven, die doorgaans net iets onder zijn oren zitten. Ik zal proberen jullie zo goed mogelijk uit te leggen hoe ik ze gebruik. Dat valt niet mee, want dingen over honden zeggen is gezien de miljoenen deskundigen en vele korte lontjes vaak op eieren lopen. Even terzijde: vraag, als je advies wilt, dat bij voorkeur aan mensen die zelf hands-on diverse puppy's in eigen huis hebben opgevoed.
Stitch komt uit een goed nest. Hij heeft van zijn moeder normen en waarden geleerd en kent het verschil tussen mijn en dijn. Hij weet, als hij buiten op Pete komt afstormen, precies wanneer en hoe hard hij moet remmen om Pete niet te raken. Hij weet dat hij respect moet hebben voor oude Lappi. Maar af en toe zoekt hij, gezonde jonge hond met groeiende spierballetjes die hij is, de grenzen op. Om te kijken hoe ver hij kan gaan, en of en wanneer hij wordt afgestopt.
En dan kan het gebeuren dat hij op Pete knalt of hard tegen Lappi aan loopt, die daardoor omvalt. Dan grijp ik naar die lurven. Dat, en wat ik nu zeg is heel belangrijk, mag ik. Ik heb een goede band met Stitch opgebouwd en daardoor naast zijn vertrouwen ook het correctierecht gekregen. Net zoals je van een goede vriend(in) meer kritiek aanneemt omdat je weet dat hij/zij je goed kent en hoogstwaarschijnlijk gelijk heeft. Als een volslagen onbekende hetzelfde tegen je zou zeggen, zou je waarschijnlijk boos worden en mogelijk zelfs een mep uitdelen.
We waren bij Stitch. Hij botst tegen Lappi op. Hard, ongecontroleerd en onnodig. Dan krijgt hij met mij te maken. Dan pak ik hem rap bij die lurven en grom even, zo hard als op dat moment volgens mijn inschatting nodig, welgemeend tegen hem dat we zó niet met elkaar omgaan. Iets dat met een mooi ouderwetsch woord foeteren heet. Kort maar krachtig. Zeg vriend, waar zijn we helemaal mee bezig? Zo zijn we niet met elkaar getrouwd, hè? Ben je nu helemaal betoeterd? We doen elkaar hier niet onnodig pijn. Is dat duidelijk?
Meestal wel. Dan stopt de hond met zijn gedrag. EN DAT IS BRAAF! Want feedback geven doe je altijd twee kanten op: je benoemt niet alleen wat je niet wilt, maar vooral en wel direct erna, dus meteen eroverheen, wat je wél wilt zien. Daar leg je de nadruk op. Want alles wat je aandacht geeft groeit. Bovendien: jullie zijn goede vriendjes, en dat willen jullie blijven. Daarom is het belangrijk dat je uit wijsheid weloverwogen ingrijpt, en niet uit boosheid of frustratie, en je hond de juiste weg wijst. Om te beginnen doe je dat in een voor de hond vertrouwde en veilige omgeving, waarin hij in staat is om te leren.
Nogmaals: we hebben het hier over een normale toerekeningsvatbare jonge hond die, ook volstrekt normaal, bezig is zijn grenzen te verkennen.
Als het goed is ben je duidelijk geweest. Met je constant wakende oog houd je dat in de gaten. Ongewenst gedrag begrens je namelijk bij voorkeur niet als het al bezig is, maar net voordat het begint. Veel gedrag begint met kijken. Zodra ik zie dat Stitch naar Lappi kijkt met een brutaal denkwolkje boven zijn hoofd van 'zal ik het nog eens proberen', kan hij van mij een verbale ('denk eraan') waarschuwing verwachten, gecombineerd met een visuele (opgestoken wijsvinger). Meestal is dat ruim voldoende. Vaak volstaat alleen mijn veelzeggende blik al, want honden zijn heel goed in het opvangen van subtiele signalen. Communiceren in hoofdletters is zelden nodig. Moet je dat wel, dan loopt er in de communicatie met je hond iets mis.
Op het moment dat een hond inhoudt en daarmee laat zien dat hij je boodschap begrijpt, is hij natuurlijk direct en weer meteen HEEL ERG BRAAF. Deze momenten loop je, net als de denkwolkjes, trouwens allemaal mis als je op je mobiel loopt te kijken.
Vaak ook staan we erbij en kijken we ernaar hoe honden elkaar grenzeloos plat walsen en omver beuken. Dat is geen spelen. Dat is een potje jackass, waarbij jouw hond net de pechvogel kan zijn bij wie een botflinter van het schouderblad springt. Jij hoort, inderdaad, opvoeden is soms veel werk, hier kaders te stellen, in te grijpen en als het nodig is naar de lurven te zoeken.
En nou hoor ik de volgende vraag al: hoe vaak moet ik dat nou oefenen per dag, dat begrenzen? Voor samenleven met je hond bestaat geen standaard stappenplan. Begrenzen oefen je niet. Lurven gebruik je alleen als dat nodig is.